woensdag 17 februari 2016

In het wilgenstruweel...

Wederom was het vandaag 'technisch weer'. Rond het vriespunt, volop zon en weinig wind. De oranje kraan was druk bezig met afplaggen. De kraanmachinist bracht er ook wat slenkjes in aan voor de vissen die nu het rietveld in kunnen zwemmen. 


Het is een zeer kleiige, moerige grond. De grote hoeveelheid Oeverzegge verraadt dat ook al een beetje, maar ik begin toch wel erg geinteresseerd te raken in de oorsprong van dit lutumrijke materiaal. Het ziet er meer uit als 'echte' klei dan beekafzetting. Dan zou het marien moeten zijn. Dat zou kunnen, maar uit analyse van macrofaunaresten is bekend dat er de afgelopen eeuwen geen zout zeewater op het Zuidlaardermeer is geweest. (Wel een gedempt zoet getijdemeer, vanwege de open verbinding met zee). Interessant!


De speciale kraanbak van Knoop is voorzien van gaten zodat je zo weinig mogelijk water aan het verplaatsen bent.

Ook hier is het weer lastig om de juiste laag aan te snijden. Dikwijls gaat de machinist dieper dan de 25 centimeter die bedacht was. Voor ons is dat geen probleem, voor de natuur al helemaal niet, maar we moeten de hoeveelheid grond die vrij komt, straks wel kwijt kunnen. Nu klinkt organische grond bij het indrogen meestal wel behoorlijk in, maar omdat dit zo lutumrijk is, vraag ik me af hoever het echt gaat inklinken. 



Het stukje rietland wat gespaard moet blijven ligt als een verhoging in het landschap. Ik ben benieuwd hoe dit zich gaat verhouden tot het waterpeil straks. Er is nu nog geen verbinding met het meer, dus is het nog lastig in te schatten hoe dat er straks uitziet. 





Meer dan kniediep zijn de 'visslenkjes' of 'roerdompfourageerslenkjes',  hoe je ze maar wilt zien. Ter overvloede heb ik nog even overleg met de kraanmachinisten dat ze de pleistocene zandlaag onaangeroerd moeten laten vanwege de archeologische trefkans. De tweede archeologische schat is trouwens gevonden: een oude klomp. Toch grappig hoe je in deze afgelegen uithoeken resten van menselijke activiteit tegenkomt.


Ondertussen is de groene kraan druk bezig om het wilgenstruweel op te vouwen. Dit is een prutskarweitje, maar het vordert mooi. Het gebied wat achterblijft vergt straks nog wel een bewerkingsslag, want er blijven toch wortelresten en takken achter. Een idee is om de gewenste waterpartijen qua locatie te verplaatsen naar het moerasbos. Dan zouden we qua grondhoeveelheid niet zo raar uitkomen.


Ook in dit werkgebied staan mooie oude Pluimzeggepollen. Deze zijn nog groter dan aan de andere kant van de Provinciegrens. Sommige zijn meer dan anderhalve meter hoog! Dit wordt nog een hele prutserij om dit te sparen, want er staan hier en daar dikke wilgenbossen en elzenbomen in. Gelukkig heeft de machinist veel lol aan dit detailwerk. 


 Als ze even wat verder zijn opgeschoten in de bosschage krijgen we een beter beeld van hoe we dit even aan moeten pakken qua afwerking. Het idee om er nadien nog even met de kraanbak door te gaan spreekt mij het meeste aan. 

Qua waarneming is het erg beperkt. Geen roerdomp, geen zeearend, helemaal niks. Vreemd, maar dat is toch weer even wennen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten