donderdag 11 februari 2016

Technisch weer... in twee opzichten

Technisch weer noemen we het als het buiten aangenaam vertoeven is. Vandaag had dat twee betekenissen, want toen ik op de werkplek kwam stonden de kranen stil. Aangezien het nog geen koffietijd was, leek me dat geen goed teken. En dat was het ook niet. Hoe goed je iets ook onderhoudt, je kunt altijd te maken krijgen met enig technisch ongemak. Knoop heeft een eigen technische dienst en die hadden het euvel weer snel verholpen, zodat ze al weer snel vrolijk verder gingen. Vandaag stond het rooien van het bosje op het programma. En dat ging soms best lastig, maar het resultaat is prima.

 

Terwijl de oranje kraan gerepareerd werd, liep ik met lieslaarzen aan even naar het laatste stuk geplagd rietland. Nog steeds was het water op het meer erg hoog en van het werk was niks te zien. Het was 1 grote waterplas. Enigszins overmoedig door mijn lieslaarzen dacht ik het terrein toch wel even aan een kleine inspectie te kunnen onderwerpen, maar na drie stappen zakte ik alweer tot lieslaarshoogte weg en met mijn eerdere natte pak in het achterhoofd weer snel omgekeerd. Momenteel had een klein bootje wel handig geweest... Die is er, maar staat... bij collega Rene. Nou ja, het is ook nog best fris op het water, dus dat is misschien ook niet echt aantrekkelijk.



Ik had de kraanmachinisten gewezen op de hoge pluimzeggepollen die hier en daar in het werkveld staan, zo ook bij het bosje. Deze pluimzeggepollen zijn al decennia oud en sommige worden over de honderd jaar oud geschat. Ze zijn een belangrijk leefgebied van waterspitsmuis en dwergmuis en ze moeten dan ook perse gespaard blijven. Het lukt de ´kraandraaiers´ perfect om te pluimzeggevegetatie te ontzien en door het rooien van de bomen ontstaat ook weer mooi wat water tussen tussen de pollen. Met de lieslaarzen aan onderzoek ik de waterdiepte. Meer dan 60 cm diep! Perfect!




Morgen of volgende week beginnen ze in het gedeelte aan de andere kant van de inham en wilde ik daar nog even een ronde maken om de beveractiviteit daar nog even te controleren. Donkere wolken pakken zich samen boven het meer, maar het blijft droog. Door de zachte winter is er geen kruiend ijs geweest en dat betekent dat in tegenstelling tot andere jaren er nog behoorlijk veel waterriet langs de oevers staat. En dat is gunstig voor grote karekiet en roerdomp! Maar dan moet het riet nog wel wat ouder worden. 


Bij een eerdere ronde had ik al gezien dat er toch wat veenmosrietland in het werkgebied was komen te liggen, maar door de hoge waterstand in de rietlanden laten de hoge veenmoskoppen zich nog gemakkelijker vinden.  Tegelijkertijd zie ik een flinke oppervlakte met elzenopslag die erbuiten ligt. Volgende week even overleggen met de aannemer hoe we dat het gemakkelijkste even om kunnen wisselen. Verder lopend naar achter tot ver buiten het geplande werkgebied valt me op hoe ontzettend mooi het hier eigenlijk is. Grappig dat je je dit telkens op dezelfde locaties in je werkgebied realiseert. ´Laifste stee´ noemen we dat. 


De oppervlaktes veenmosrietland in het Zuidlaardermeergebied zijn landelijk best opmerkelijk te noemen. Landelijk gaat het areaal veenmosrietland sterk achteruit. Niet zelden omdat de eigenaren niet het vereiste beheer willen of kunnen voeren. Twitteren kunnen ze daar overigens wel heel goed... ;) In de oevers van het Zuidlaardermeergebied zijn ze juist ontstaan in een periode dat er in verhouding wat minder aan rietmaaien werd gedaan. Ik heb niet een exact overzicht, maar in de bijna 10 jaar dat ik hier nu rondstap zie ik ze in oppervlakte en kwaliteit per jaar toenemen. Kamvaren is hoe dan ook zeer talrijk, maar inmiddels doet ook rietorchis het prima op de meeste locaties. Wij moeten hier ook wat mee, want het grappige van veenmosrietland is, dat het Europees 1 van de hoogst gewaardeerde habitattypen is, terwijl het in de ´echte´ natuur helemaal niet voorkomt. Het is een puur door rietcultuur ontstane soortensamenstelling en komt dan ook voornamelijk voor in Nederland op locaties waar actief riet wordt gesneden: Weerribben, Wieden, Alde Feanen, Rottige Meenthe etc. Daarmee is het soortenrijke veenmosrietland misschien wel het moerasequivalent van de grutto... we zien het voor onze ogen verdwijnen, maar op het moment dat het te laat is, komen we in actie. In het Zuidlaardermeer komt er steeds meer, dus dat moeten we koesteren.

Terug bij de auto vervloek ik mijn achterwielaangedreven bolide, want ondanks de winterbanden zit ik voor de zoveelste keer weer zo vast als een huis. Inmiddels aardig bedreven in het loskomen uit benarde posities lukt het uiteindelijk om weer terug te keren naar de bewoonde wereld. Mijn gedachten dwalen af naar een vierwielaangedreven VW-bus... Ideaal mobiel kantoor zou dat zijn!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten